Het Motorisch Quotiënt is dé manier om de motorische competenties van kinderen in kaart te brengen en op te volgen. Maar wat moet je precies doen om zo’n quotiënt te bekomen? En wat zijn de voordelen ervan? We zetten het hieronder op een rijtje.

Motorische competentie

Met het begrip motorische competentie (MC) wordt de beheersing van fundamentele motorische vaardigheden bedoeld; vaardigheden die de basis vormen voor meer gevorderde en sportspecifieke motorische vaardigheden. Op jonge leeftijd zijn deze skills nog volop in ontwikkeling, en verbeteren ze ook sneller. Vooral kinderen tussen 6 en 10 jaar blijken in een gevoelige fase te zitten voor de vorming van hun motorische competenties. Waarom is dat dan zo belangrijk? Wel, een goede ontwikkeling van motorische competenties heeft een sterke positieve impact op de algemene fysieke en mentale gezondheid van kinderen en jongvolwassenen. Door hun competenties te meten, op te volgen en te beoordelen, kan beter ingespeeld worden op individuele behoeften, zodat ieder kind zich maximaal ontplooit.

Fitheid meten

De Körperkoordinationstest für Kinder (KTK) is een veelgebruikte testbatterij voor het meten van motorische competentie. Dit testinstrument bestond oorspronkelijk uit vier testen (KTK4), waaronder: zijwaarts springen (JS), zijwaarts verplaatsen (MS), achterwaarts balanceren (BB) en verticale hoogtesprong (HH). De HH-test wordt vaak achterwege gelaten omwille van veiligheidsredenen en tijdsgebrek, wat resulteerde in een verkorte versie van de Körperkoordinationstest für Kinder: KTK3. De KTK3 beoordeelt motorische competentie op vlak van locomotie en evenwicht, maar laat een derde motorische vaardigheid onderbelicht: objectcontrole. Door een vierde testitem ‘oog-hand coördinatie’ (EHC) toe te voegen aan KTK3, worden de drie hoofddomeinen van motorische vaardigheden beoordeeld. De KTK3+ bestaat nu uit vier testonderdelen waarmee de motorische competenties van kinderen en jongvolwassenen efficiënt kan gemeten worden: JS, MS, BB en EHC.

Motorisch Quotiënt

Eens alle ruwe testscores verzameld zijn, kan die data omgezet en uitgedrukt worden in een Motorisch Quotiënt (MQ), een statische waarde waarop een percentielberekening wordt toegepast. Net zoals het IQ intelligentie meet, geeft MQ motorische competentie weer. De MQ-scores worden zowel berekend per test als voor de KTK3+ in zijn geheel, en er wordt ook nog onderscheid gemaakt tussen scores van jongens en meisjes. Bovendien zijn er omzettabellen beschikbaar voor kinderen van 6 tot 18 jaar. Daarmee is het mogelijk om de motorische competentie van leerlingen in kaart te brengen over verschillende jaren heen.

Zo kan het niveau van elk kind bepaald worden, gaande van ‘ernstige stoornis’ bij een score die kleiner of gelijk is aan 70, tot ‘hoge prestatie’ bij een MQ-score van 131 of hoger.

Het Motorisch Quotiënt van de KTK3+ is dus - zowel voor leerlingen als leerkrachten - een haalbare en snelle methode om de motorische competenties van kinderen bij te houden, waardoor ook op individueel niveau gefocust kan worden op het ontwikkelen van alle vaardigheden. Zo wordt ingespeeld op de noden van ieder kind.

Bronvermelding

Coppens, E., Laureys, F., Mostaert, M., D’Hondt, E., Deconinck, F., & Lenoir, M. (2021). Validation of a Motor Competence Assessment Tool for Children and Adolescents (KTK3+) with normative values for 6- to 19-year-olds. FRONTIERS IN PHYSIOLOGY, 12. https://doi.org/10.3389/fphys.2021.652952